Overlevingspensioen

Het overlevingspensioen is het recht dat weduwen of weduwnaars hebben op het pensioen van hun overleden echtgenoot of echtgenote.

Voorwaarden

U hebt recht op een overlevingspensioen als:

  • u een bepaalde leeftijd hebt. Deze leeftijd wordt opgetrokken tot 55 jaar in 2030.
  • het huwelijk minstens één jaar geduurd heeft op het ogenblik van overlijden, behalve:
    • als er een kind ten laste was waarvoor een van de echtgenoten kinderbijslag ontving
    • als er een kind geboren is uit dit huwelijk
    • als het overlijden het gevolg is van een ongeval of een beroepsziekte.

Als niet aan alle voorwaarden is voldaan, kunt u een tijdelijk overlevingspensioen aanvragen voor de duur van 12 maanden.

Het recht op een overlevingspensioen vervalt wanneer u:

  • hertrouwt
  • een beroepsactiviteit uitoefent die niet meer aan de voorwaarden voldoet.

Procedure

De procedure hangt af van het pensioenstelsel waaronder de overledene viel.

Niet-ambtenaren

Om een overlevingspensioen te krijgen, moet u een aanvraag indienen bij uw gemeentebestuur, bij de bevoegde pensioeninstelling of online bij Pensioenaanvraag.

Ambtenaren

Indien uw echtgenoot of echtgenote overleden is in actieve dienst, dan vraagt u het overlevingspensioen aan via de laatste werkgever in de overheidssector of rechtstreeks via de Federale Pensioensdienst (FPD).

Indien uw echtgenoot of echtgenote al gepensioneerd was en het rustpensioen beheerd werd door de Federale Pensioensdienst (FPD), dan wordt het dossier van het overlevingspensioen op naam van de langstlevende echtgenoot geopend.

Contactinfo